Reisblog – Italië 🇮🇹

Augustus 2018

Venetië & Lido

Welkom bij de eerste aflevering van Twanne Checkt: feit of fabel? Vandaag zijn we in Venetië om een aantal vaak gehoorde uitspraken te onderzoeken. Uitspraak #1: Venetië is een vieze stad met stinkend water. Deze verwerpen we direct: geen prul te bekennen en het water ruiken we zelden, maar die geur is niets vergeleken de Vismarkt en Twan bij 30°C (geintje). Uitspraak #2: Venetië is veel te toeristisch. Ja, als je ervan uitgaat dat de stad alleen uit het San Marco plein bestaat. Nee, als je verder loopt dan je neus lang is en als je Twan als tourguide hebt die de rustige en soms zelfs uitgestorven straatjes weet te vinden. Uitspraak #3: Venetië is belachelijk duur. Opnieuw: ja, als je ervan uitgaat dat de stad alleen uit het San Marco plein bestaat. Nee, als je ook andere wijken verkend. Onze lunch bestond uit een mega lekkere lasagne van €10 en een Gnocchi met zalm voor €12. Fun fact: bier is goedkoper dan een blikje cola. We hebben bingo! Driemaal fabel, dames en heren. Onze eerste indruk van Venetië is dan ook helemaal prima, overal waar je kijkt is het mooi. Smalle knusse steegjes met gekleurde huisjes, op elke hoek een bruggetje over de talloze kanalen, en op elke andere hoek een mooi kerkje. Trattorias, osterias en bacari in overvloed (dit zijn de plaatsen waar je moet zijn voor het beste Italiaanse eten en wijn). Ons hoor je niet klagen, in tegenstelling tot mensen met bovenstaande vooroordelen.

Venetië heb je niet écht meegemaakt als je de stad niet hebt bekeken vanaf het water. Daarom pakken we ‘s ochtends de bootbus richting het eilandje Lido. Per ongeluk stappen we de langzame boot in die op veel plaatsen stopt, maar daarmee varen we wel midden door de stad over het Canal Grande en zien we onderweg nog even alle highlights. Lido is de vakantiebestemming van de Venetianen, waar zij in de zomermaanden een strandhuisje huren. De vele resorts (zo groot als paleizen) zijn een beetje vergane glorie, maar over een aantal weken bestaat het eiland vooral uit vergane glorie. Lido stroomt dan namelijk vol met bekende acteurs en filmsterren voor het jaarlijkse internationale Filmfestival. Wij doen iets minder luxe en gaan met een gehuurde fiets richting het strand. Blij dat we kunnen afkoelen in de zee na een tochtje van 10 km. Na un ombra in een dorpje fietsen we terug naar de boot. ‘s Avonds gaan we terug de stad in om een wijk te bekijken waar we nog niet geweest zijn, om Venice by Night te aanschouwen én om cichetti (traditionele Venetiaanse tapas) te proeven.

Verona & Bardolino

Gisterenavond kwamen we laat aan in Verona. Mede te wijten aan de storm waarin we op de snelweg terecht kwamen. Vandaag is het nog steeds een beetje regenachtig dus pakken we de auto richting Bardolino, één van de dorpjes langs het Gardameer. De route ligt in het Valpolicella-gebied, Twan zijn lievelings wijn, dus onderweg stoppen we nog even langs een wijngaard en het wijnhuis Zeni (en nemen we natuurlijk ook 3 flessen mee). Aan het einde van de middag lopen we om de rivier heen richting de binnenstad van Verona. Een mooie route die onze Airbnb-host aanraadde. Verona staat bekend om de vele gebouwen uit de Romeinse tijd, waaronder de Arena. In deze maanden wordt ‘ie gebruikt als opera. We eten super lekkere risotto (alla Amarone en 3 creams) en drinken nog lekkerdere wijn (Valpolicella Classico) bij een osteria die ook als tip werd genoemd door de Airbnb-eigenaar.

Het is weer warm na twee druilerige dagen, dus we rijden vroeg naar Lazise bij het Gardameer om een plekje (en bedje en parasol) te bemachtigen tussen de landgenoten en oosterburen. Prima een half dagje lezen afwisselen met een duik in het meer 👌🏻👙. ‘s Avonds gaan we terug de stad in, want Verona staat natuurlijk ook bekend om Shakespeare’s Romeo & Juliet. We bezoeken het zogenaamde Casa di Giulietta, wat we door de toeristische massa eerlijk gezegd vergelijkbaar vinden met het einde van het verhaal: een beetje tragisch zonder happy end. Het gangetje met de duizenden liefdesbriefjes ziet er wel leuk uit. We lopen door de mooie winkelstraten richting de derde tip van Toby, onze Airbnb-host: Osteria del Bugiardo. Bugiardo is Italiaans voor leugenaar, iets wat Toby absoluut niet blijkt te zijn toen hij vertelde over hoe lekker de wijnen hier zijn. Na wat cicchetti en een pasta en lasagne lopen we richting het kasteel op de heuvel, voor een heel mooi uitzicht over Verona.

Modena

Veni, Vidi, Verona 👀. Nu zijn we onderweg naar Firenze oftewel Florence. Omdat we van tevoren Feed Phil op Netflix hebben gekeken, weten we dat we een tussenstop moeten maken in Modena. De stad van de echte Parmigiano Reggiano en de traditionele Aceta Balsamico. Ook de stad van de Ferrari fabriek en het beste restaurant ter wereld. Helaas hebben we een bezoekje aan deze Osteria Francescana overgeslagen, aangezien er 989 wachtenden voor ons waren. Na een lunch en het kopen van een stuk parmezaanse kaas en een flesje (prijswinnende) balsamico-azijn rijden we door naar onze Airbnb in Fiesole. Dit dorpje wordt ook wel het zusje van Florence genoemd en ligt hooggelegen in de heuvels. Hierdoor hebben we heel mooie uitzichten onderweg maar ook vanuit onze casa. Lieke is ook op vakantie in Italië dus spreken we ‘s avonds met haar en Elbrich af om wat te eten en te drinken. Eten lukt pas na 5 pogingen, omdat veel restaurants chiuso per ferie (gesloten wegens vakantie) zijn. Maar dit geeft niet, want nu hebben we al bijna het hele centrum van Florence kunnen bekijken 😃.

Florence

Hadden we al gezegd hoe mooi het uitzicht vanaf ons dakterras is? En hoeveel rommeltjes en dingen er aan de muren van het huis hangen? De eigenaar is een fotograaf en zo te zien erg creatief. We beginnen dag met een healthy fitcouple ontbijt in Florence. Na wat rondlopen gaan we onze gekochte kat in de zak ophalen, namelijk tickets voor de Duomo en bijbehorende gebouwen. We dachten zo mooi de tientallen meters lange rij te kunnen skippen en de enorme kerk van binnen te aanschouwen, maar niets bleek minder waar. Morgenvroeg opnieuw proberen dan maar. De enige bezienswaardigheid waar geen rij voor staat is het museum, dus om nog enigszins waar voor ons geld te krijgen gaan we daar naar binnen. De airco daar is trouwens ook geen overbodige luxe.

Na alle gelopen kilometers (op het moment van schrijven hebben we er al 143 op zitten) is het tijd voor een voetbehandeling. Door visjes. Bah. Twan vindt het leuk. Anne niet. Om Anne toch te verblijden gaat ze van van de vierde verdieping op een binnenplaats van een glijbaan. Dit is onderdeel van een experiment, waar planten (die ook mee van de glijbaan af gaan) geanalyseerd en vergeleken worden met planten die minder geluk hebben en op de begane grond moeten blijven. Florence is redelijk compact, dus bezoeken het laatste stukje wat we nog niet gezien hebben: de Boboli tuinen. Dit is een park op een heuvel achter een groot paleis met mooi uitzicht op de stad en de Duomo. Het is ontzettend heet in Florence (omdat de stad in een dal ligt blijft de hitte lang hangen) dus we hebben het allebei een beetje gehad en pakken de bus terug naar Fiesole. Daar sluiten we dag goed af met een prachtig viewpoint en heel lekkere sushi!

De Duomo bezoeken: poging 2. Veel te lange rij aantreffen: deel 2. Tot onze verrassing is er geen rij voor de Bell Tower, dus daar gaan we snel naar binnen. Of ja, snel… Het zijn 414 treden die ons naar het hoogste puntje van de toren brengt op 82 meter hoogte. Wat we aantreffen is een super mooi uitzicht over de stad met het dak van de Duomo pal voor ons. Hebben we de tickets toch niet voor niets gekocht!

Lucca, Siena & Pisa

We hebben onze auto in Florence onder de foodmarket geparkeerd, dus eten daar nog een lunch. Vervolgens rijden we naar Lucca, wat een klein, rustig, maar bovendien mooi stadje blijkt te zijn. De stad is omgeven door een hoge stadsmuur van 30 meter breed, waarover de inwoners wandelen, fietsen en hardlopen. Hoewel de vierzitsfietsen met dakje erg aanlokkelijk eruit zien (not), kiezen wij voor lopen. We komen veel leuke winkeltjes, mooie pleinen en kleurrijke straatjes tegen en kopen een buccellato (specialiteit uit Lucca, een soort anijsbrood/gebak).

Next step: Pisa. Naast de scheve toren waren we benieuwd wat het stadje nog meer te bieden heeft. Dat kunnen we nu vertellen: er hangt een gezellige studentensfeer met veel barretjes en restaurants, er zijn mooie gebouwen zoals de Duomo, leuke boetiekjes én een rivier met mooie grachten.

‘s Avonds hebben we een reservering bij Osteria di Casa Chianti op een heel mooie plaats in de heuvels van het Chianti-wijngebied. De bediening is top, voor elke handeling (binnenkomst, uitleg van het dagmenu, uitstallen van de verschillende olijfoliën, wijn inschenken, serveren) is er een andere ober. De zonsondergang is super mooi. De wijn, carpaccio, vlees/kaas/bruschetta-plankje en beef stew’s zijn super lekker. We krijgen zelfs nog een limencello achteraf. Aanrader!

We laten Fiesole achter ons, bezoeken nog een mooi uitkijkpunt over Florence en rijden richting San Gimignano. Alle parkeerplaatsen rond dit middeleeuws stadje zijn helaas vol, dus bekijken we vanuit onze auto de skyline met de 14 torens. We rijden door naar een camping in de buurt, omdat we zin hebben in zwemmen. We moeten badmutsen op hahaha, gelukkig hadden we de camera niet bij ons. Een onweersbui maakt dit een kort bezoekje en we rijden langs Bar dell’Orso voor een pasta pesto en lasagne. Onze laatste stop voordat de lange rit naar Pompei begint is Siena. Een middeleeuwse sfeer, hoge gebouwen langs de knusse weggetjes, hoogteverschillen en mooie pleinen. Dure designerwinkels zijn gevestigd in de hoofdstraten, gezellige restaurantjes in de zijwegen.

Napels & Pompei

De langste rit van onze vakantie zat er gisterenavond op. We zijn in Pompei, het stadje nabij Napels dat bekend staat om de opgravingen van het oude stadje Pompeii. Deze opgravingen, goed bewaard gebleven door de laag as na de uitbarsting van de Vesuvius in 79, zijn een kwartier lopen van onze Airbnb. We gaan op tijd om de grootste drukte voor te zijn. We zijn voornamelijk verrast door de enorme oppervlakte van Pompeii. Elke straat waar je doorheen loopt staat vol met kleine woningen, grote villa’s, (binnen)tuinen, restaurants, winkels, villa’s… We bezoeken de hoogtepunten, zoals het kleine theater, het amfitheater en de badhuizen.

Aan het einde van de middag nemen we de trein naar Napels. Niet wetend wat we ervan moeten verwachten (de meningen zijn verdeeld: van mooie kleurrijke stad tot crimineel oord) gaan we toch een kijkje nemen. We kwamen inderdaad al een aantal vreemde figuren tegen en we liepen langs de rand van een wijk af waar we volgens het reisboekje ’s avonds niet moeten komen. Toch ontdekken we een aantal leuke straatjes met veel restaurants en barretjes. Hier bestelt Twan dan ook de specialiteit van de stad: pizza fritta. Een pizza met gefrituurd deeg, denk aan een oliebol-smaak. Vluchtend voor de regen zijn we de erg grote en mooie Galleria Umberto binnengelopen. Hier kan de Heuvelgalerie nog wat van leren. Deze dag hebben we een record aantal kilometers gelopen, dus we gaan uitgeteld weer terug naar ons appartementje. Maar wel met een zojuist aangeschafte paraplu van één van de straatverkopers die oppopten zodra de eerste druppels verschenen.

Wie Pompei zegt, zegt Vesuvius. ’s Ochtends rijden we de Mount Vesuvius op, waar we via een doordacht systeem van parkeerplaatsen en busjes nog iets hoger richting de top gebracht worden. Na een half uur lopen arriveren we bij de krater van de berg die in het jaar 79 Pompeii verwoeste. Onderweg erg mooie uitzichten over de Golf van Napels (en over een stel dat non-stop bezig is met hun selfiestick waarvan we het niet onterecht zouden vinden als ze van de berg af zouden kukelen omdat ze niet kijken waar ze lopen). Na een goede lunch aan de voet van de berg rijden we verder richting Herculaneum. Dit dorpje is, net als Pompeii, vernietigd door de lava van de Vesuvius, maar is, ten opzichte van Pompeii, veel beter bewaard gebleven. De houte planken en aardewerk kannen zijn nog zichtbaar in de winkeltjes waar ze 2000 jaar geleden wijn verkochten. Complete villa’s zijn nog in tact, inclusief herkenbare ruimtes, binnentuinen en mozaïek op de muren en vloeren. We willen bijna terug gaan naar het hotel omdat we moe zijn, maar op de valreep zien we toch wel het meest indrukwekkende van dit opgegraven stadje. In de boothuizen, die vroeger grensden aan de zee, waren tientallen inwoners aan het schuilen voor de uitbarsting van de Vesuvius. Toen ze dachten dat het ergste voorbij was, vloog er super heet vulkanisch as de schuilplaatsen in. Hun relaxte houding laat zien dat de hitte hun huid meteen verbrande, waardoor ze direct overleden. Op dit moment zie je de complete skeletten nog steeds liggen in de boothuizen. Bizar maar mooi stukje archeologie.

Cinque Terre

Onze één na laatste bestemming en onze nummer één favoriet. We leveren onze auto in Pisa in en vervolgen onze reis met de trein naar Corniglia, één van de vijf welbekende dorpjes van de Cinque Terre. De Airbnb host Pierpaolo, samen met zijn jeep en (niet zo schattig) hondje, haalt ons op. Binnen 10 minuten mogen we uitstappen op zijn terrein. Hij bezit 2 panden in het dorpje Prevo (wat in totaal uit ongeveer 5 huizen bestaat). In ééntje woont hij zelf, in de ander mogen wij logeren. We krijgen een rondleiding door de mooie tuin (het huisje ligt mooi in de natuur) en zien het schitterende uitzicht over Corniglia. Nu al geen spijt van deze boeking. Voordat het donker wordt lopen we via de Blue Trail naar Corniglia voor een heel lekker diner met de lokale Cinque Terre wijn. We snappen wel dat Pierpaolo niet aanraadt dit in het donker te lopen. Het pad loopt langs de kliffen af en met veel klimmen en klauteren zonder verlichting en goede hekken is een taxi voor de terugweg wel een goed idee.

Dag 2 in Cinque Terre. Na wat onderzoek hebben we besloten de trein naar Sestri Levante te nemen om twee redenen: 1) Hier zijn meer locals dan dagjesmensen te vinden in tegenstelling tot de ‘echte’ Cinque Terre 2) Er is een fijn strand waar we na veel ge-citytrip wel zin in hebben We lopen de Blue Trail op in tegengestelde richting dan gisteren om bij Vernazza te geraken. Onderweg weer super mooie uitzichten over de zee en de gekleurde dorpjes boven op de kliffen. Vernazza zelf is een mooi, sfeervol dorpje, maar deze mening wordt inderdaad gedeeld door veel toeristen. Snel de trein in dus. Na een half uur komen we aan Sestri Levante en we hebben de keuze uit twee stranden. Een goede keuze maken we zeker. Een erg schattig klein strandje, pal aan de gekleurde huizen, met mooi uitzicht over de zee en een berg. Inderdaad geliefd door de Italianen, wij zijn een van de weinige toeristen. Een halve dag zwemmen, op het strand lezen, weer terug het water in door de hoge temperatuur, en lunchen: een beter dagbesteding konden we niet hebben. Of toch wel, want eenmaal terug in Vernazza lopen we via het blauwe pad weer de berg op, en belanden we bij een heel mooi restaurantje met een super uitzicht en een vrolijke ober. De kreeftenrisotto is de absolute aanrader, maar we moeten wel even wachten tot de kok er is. Gelijk had ‘ie, super lekker was dat. Omdat we op zo’n mooie plek zitten en omdat de wijn beter smaakt dan verwacht, besluiten we niet voor het donker terug te lopen, maar onze nieuwe vriend van gisteren (Simone de taxichauffeur) te bellen. Ook al heeft hij een monopolie op de taxidiensten in de omgeving en daardoor een bizar hoge prijs voor een ritje van 10 minuten vraagt. Ach ja, het is de een na laatste dag van onze vakantie, wat maakt het uit.

Milaan

De laatste dag alweer! Met de trein naar Milaan, snel inchecken in ons hotel, vlug langs de highlights van de stad om vervolgens onze laatste vakantie uren op te vullen met waar we goed in zijn. Onszelf opvullen. Met eten en drinken dus. We hebben gehoord dat de aperitivo’s hier goed zijn. Je bestelt een drankje en vervolgens mag je gebruik maken van het hele buffet. Dit doe je als voorgerecht rond een uur of 5, 6. We sluiten onze avond af met goede sushi. Na 13 dagen pasta, pizza en risotto’s mag dat best!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *